woensdag 7 december 2005

HET HUMANISME IS DOOD - LEVE DE BIOTECHNOLOGIE!

Naar aanleiding van: Peter Sloterdijk, "Regels voor het mensenpark", uitgeverij Boom.

Twee Duitsers voerden vorige week in Amsterdam een heus filosofisch debat. Peter Sloterdijk meent dat het humanisme heeft afgedaan. Dankzij de biotechnologie kunnen we de mens van morgen zo maken als we hem hebben willen. Alleen de spelregels moeten we nog bepalen. Rüdiger Safranski voerde een halfslachtige oppositie. "Wat het goede is, weet niemand."

Wat voor troost geeft een wetenschap die een mensensoort belooft zonder lichamelijke en psychische feilen? Wij moeten immers sowieso sterven! Maar voor de auteur van De kritiek van de cynische rede (1983) is de dood geen thema. Wat hem drijft, is de afkeer van de linkse denkmeesters. Zich te hebben ontworsteld aan de heersende Frankfurter Schule (Habermas, Horkheimer, Adorno) is zijn heldendaad.

Voortbouwend op Nietzsche (de Supermens) en Heidegger (het Zijn), vraagt neocynicus wat “humanisme” nog betekent. Hij concludeert dat het de verwildering en bestialisering van de mensen afremt. Voor hem is de vraag niet wie de mens is, maar waar hij is. Ooit begon de beschaving door een open plek in het woud te kappen. Thans is de ganse aardkloot, of alvast het Westen, een met mensen gevuld park; en om te voorkomen dat het in een dierentuin ontaardt, biedt de biotechnologie uitkomst. Je kunt mensen fabriceren door genen naar behoeven te selecteren. De filosoof mag zich over de spelregels buigen. En dan kom je bij de ethiek. Maar in “Regels voor het mensenpark” en tijdens het forumdebat in de Rode Hoed wordt de vraag naar de uitgangspunten van de moraal niet gesteld. Alles wat Safranski kwijt wil, is dat hij liever wordt geboren dan gemaakt door zijn soortgenoten, en dat hij een schepsel van het Ontzagwekkende wil zijn. “Het”, niet “De”, want dat zou niet sporen met het verplichte Zijn van de onaantastbare Heidegger, volgens wie wij moeten accepteren dat het leven eindig is om van ons tijdelijk bestaan het beste te maken.

Humanisme, het woord zegt het al, is de eigenmachtigheid van de mens. Het is uitgevonden tegen God. Voor Sloterdijk was het op zijn best een club van lezers die elkaar brieven in de vorm van boeken schreven. Maar aan die utopie kwam in 1945 een eind. Wie temt de filosofen sindsdien? De natuurwetenschap! Die snijdt alle ongelijkheden weg en fokt een mooi egaal mengras. Onlangs stuitte de eugenetica nog op verzet in Nederland; men denke aan de gevallen van Buikhuisen en Rietdijk, die aan de schandpaal zijn genageld. In de Rode Hoed, die wemelde van schrijvers en filosofen, klonk geen protest. Buitenlanders mogen kennelijk meer dan inheemsen. Sloterdijk was in zijn eigen land immers al aangevallen. Opvallend was hoeveel woorden hij spendeerde aan zijn criticasters, en dat deed hij zo gevat dat lachsalvo’s hem constant begroetten.

Hoe ernstig is Sloterdijk? Alleen staat hij in elk geval niet. Botho Strauss, Peter Handke, Anselm Kiefer, Martin Walser, H.M. Enzensberger, Wim Wenders, ze hebben allemaal op hun eigen manier afstand genomen van de Opinie die sinds de jaren zestig door links wordt gemonopoliseerd. En dat is geen geringe verdienste, want uitgemaakt worden voor fascist kan je carrière fnuiken. In Nederland zijn we nog niet zover. Rechts intellectueel kan hier alleen als clown. Rechts is voor de Economie, links voor de Cultuur; en als Bolkenstein of Lubbers in jury’s voor boeken zitten, blijken ze daar plotseling keurig in het linkse concert mee te doen.

Voor rechts intellect moet men in Frankrijk wezen, bij de krant Le Figaro bijvoorbeeld. Duitsland is te zwaar door het verleden belast om het rechtse denken dezelfde status te geven, en dat verklaart de lawine van vijandigheid die Sloterdijk over zich heen kreeg sinds hij het einde van het humanistische tijdperk inluidde. Maar het einde van de geschiedenis is ook al eens ingeluid, alsmede dat van God. Wat is de uiteindelijke betekenis van zo’n provocatie? Dat het opinieklimaat wordt opengebroken. Zal dan ook het “religieus geloof” weer mogen, zoals Safranski hoopt? Hij doelt op een geloof zonder Kerk. Hij zou dan wel moeten uitleggen hoe hij zich een ethiek voorstelt die de door hem verfoeide genetische manipulatie verbiedt en het “mensenrecht op toeval” waarborgt.

Hoe de mens te verbeteren als je het ideaal niet kent?, riep iemand uit de zaal. Niet vanuit een mensbeeld, niet vanuit een ideaal, haastte Safranski zich te zeggen, om van een godsbeeld maar te zwijgen. Alleen om fouten te vermijden, luidde het schuchter. Alles wat we kunnen, is het slechte verbeteren. Wat het goede is, weet niemand. Heeft Sloterdijk nog iets te zeggen over het geweld op scholen?, klinkt een laatste vraag. Moderne scholen zijn nog altijd te prefereren boven de antieke arena. Je kunt de natuur niet overwinnen, je kunt haar alleen gehoorzamen, citeert hij Francis Bacon, de vader van de proefondervindelijke wetenschap. Technologie geeft hoop, maar Safranski besluit dat hij geen mensen wenst die niet de keuze hebben de techniek te misbruiken. Liever vrij dan geconditioneerd, desnoods tegen de prijs van de bom op Hirosjima.

Geen opmerkingen: