woensdag 9 maart 2005

BRANDENDE BOEKEN - Boekenweek 2005

Slang die zich in zijn staart bijt, vicieuze cirkel, ziedaar die onvolprezen Encyclopedie, vat van alle weten: de Bibliotheek. In de eerste eeuw van de Hedsjra (641 A.D.) gaf Omar, opvolger van Mohammed, bevel haar te verbranden in Alexandrië. Veertigduizend banden die wat de mensen aan kennis hadden vergaard, vergingen tot as. Wat zou het? Het enige wat we hoeven te weten staat immers in de Koran. Geprezen zij Allah, en zijn Profeet!

Maar alles werd opnieuw geschreven, en wie durft de boeken weer aan de vlammen prijs te geven? Wellicht zou Degene die slechts een keer iets schreef, en dan nog in het zand, er geen bezwaar tegen hebben. Het enige van belang staat immers in Zijn boodschap.

Lezen doen de zwakken, de sterken denken. De uitspraak is van Schopenhauer, die de wereld een voorstelling van zijn wilskrachtige waarneming noemde en de essentie van zijn boodschap met die van de schrijver in het zand vereenzelvigde.

De universiteit is een andere gedaante van de bibliotheek, eenheid in verscheidenheid. Dat laatste, weten we; geen aspect, of je hebt er een leerstoel voor. Maar wat houdt al die stoelen bijeen? Ziedaar onze wanhoop. Het is als een wiel zonder as, een lichaam zonder hart, een zonnestelsel zonder zon.

Het internet, of de informatiecultus, is de laatste vorm van het oude idee het weetbare onder woorden te brengen. Het nieuwe is, dat de organisatie is opgeheven. Zorgden God, de alfabetische volgorde, het decimaal stelsel nog voor structuur, wij ploeteren hulpeloos rond in de brei die we dagelijks over ons heen krijgen. Alles is hetzelfde als niets.

Wie bekruipt bij het wandelen door zo'n grote boekwinkel, met verschillende etages waar de laatste bestsellers liggen opgetast, niet de lust de hele zaak in de fik te steken? Al die eendagsvliegen bestemd voor een leesvee dat ieder onderscheidingsvermogen mist, verwarren slechts.

Hoeveel eerlijker is de analfabeet dan die halfbakken nieuwsgierigen en zogenaamd geschoolden met hun mening en hun smaak! Ooit zei iemand of iets dat die ene boom onze ogen zou openen, maar er werd niet bij gezegd wat ons dan te wachten stond: het verlies van die andere boom.

Wie de weg van het lezen gaat, moet alles lezen en er dan achter komen dat het wezenlijke past in een kleine overzichtelijke zaal. Zo dachten de autoritaire klassieken. De modernen, de democraten die menen dat alles voor iedereen toegankelijk moet zijn en die volhouden dat onze kennis vooruitgaat, vergeten het individu. Die kan meer weten, maar van steeds minder. Wij zijn verkokerd, versplinterd, verdwaald. Ieder vindt toch zijn gading? Waarover zijn we het nog eens?

De planeet van het boek, noemen de bewoners van de andere planeten de aarde. Alleen hier openbaarde de Maker zich door het geschrevene. Elders, op andere bollen in het universum, spreekt de gezichtsuitdrukking, de voortalige affectie die ook eens op onze bol bestond. Denken we maar aan Henoch.

De Slang bracht ons de Encyclopedie, en tegen die chaos werd ons het Boek gegeven, waar we aanvankelijk hulpboeken omheen bouwden om geleidelijk uit het middelpunt te vlieden naar de uiteindelijke betekenisloze publicaties.

Wat een opluchting, wat een verademing zou het zijn de boekentoren in brand te steken!

Geen opmerkingen: